Kraamtijd

Het is normaal om een aantal bloedstolsels te verliezen, vaak gepaard met buikpijn of naweeën. Deze kunnen de grootte van een tennisbal hebben. Bel ons als je veel van deze grote stolsels verliest of als je veel bloed verliest 'alsof de kraan open staat', vooral als je je draaierig voelt.

Je baarmoeder maakt krampen om het bloedverlies te minimaliseren. Deze naweeën zijn nuttig, maar kunnen als pijnlijk worden ervaren. Ze komen vaak als je moe bent, voedt of een volle blaas hebt. Je mag paracetamol nemen, maximaal 6 per 24 uur.

Direct na de geboorte zijn de meeste kinderen wat afgekoeld, omdat ze uit een temperatuur van 37 graden komen en de kamer vaak maar 20 graden is. Het is daarom belangrijk dat ze goed warm worden gehouden. Een pasgeboren baby kan zichzelf nog niet goed warm houden. Een normale temperatuur ligt tussen 36,5 en 37,5 graden.

Tips om afkoeling te voorkomen:

• Zorg dat de omgevingstemperatuur minstens 20 graden is en let op tocht.
• Verwarm het bedje en de kleertjes voor met een kruik.
• Maak het bedje zo klein mogelijk op; een echt wollen dekentje is het warmst.
• Doe een goed passend mutsje op.
• Zorg altijd voor een omslagdoek als de baby niet in bed ligt.

Gebruik een digitale rectale thermometer; een oorthermometer werkt niet goed. Let erop dat je de thermometer voldoende diep in de anus steekt. Meet de temperatuur bij iedere verschoning.

Als de baby kouder is dan 36,5 graden, moet hij opgewarmd worden. Dit gaat het beste met jouw lichaamswarmte en/of een kruik. Wees voorzichtig dat de baby zich niet kan verbranden. Zorg ervoor dat er altijd een dekentje tussen de kruik en de baby zit. Na 2 uur moet er een stijgende lijn in de temperatuur zitten. Bel ons als de temperatuur na 2 uur nog steeds onder de 36,5 is.

Als je borstvoeding geeft, is het belangrijk om de baby de eerste dagen ongeveer elke 3 uur aan te leggen. Hoe vaker je aanlegt, des te sneller komt de voeding goed op gang. Als het aanleggen niet lukt, maak je je dan geen zorgen. De baby is net geboren en kan nog misselijk of moe zijn. Hij of zij heeft voldoende reserves voor de eerste 24 uur. Blijf proberen om elke 3 uur aan te leggen. Zorg ervoor dat de baby de tepel goed in de mond heeft (het goede zuigreflex start als hij de tepel tegen het zachte gehemelte voelt). Dit betekent vaak dat hij ook de tepelhof deels pakt. Sabbelen aan het puntje is niet effectief en kan kloven veroorzaken. Bij flesvoeding bied je iedere 3 uur 10 ml voeding aan. Als de baby niet wil drinken, is dat geen probleem.

Na de bevalling voelen veel vrouwen niet goed wanneer ze moeten plassen. Toch is het belangrijk om je blaas niet te vol te laten raken. Probeer na elke voeding even te plassen. Als je je nog niet stevig op de benen voelt, ga dan in de nacht niet alleen naar het toilet; maak je partner wakker om mee te lopen. Neem contact met ons op als je binnen 8 uur na de bevalling nog niet hebt kunnen plassen.

Let goed op of je baby heeft gepoept en geplast. Bewaar de luiers van de nacht voor de kraamverzorgende of noteer het.